CAJAMARCA

(27 JULI – 30 JULI)

‘S avonds kwamen we aan en namen een taxi naar ons hotel dat we dicht bij de Plaza de Armas hadden geboekt. De taxi chauffeur zei echter dat het toch niet echt in de buurt was, maar midden in een indianenmarkt die volop aan de gang was. Hij kon ons niet voor het hotel afzetten en waarschuwde ons dat het nogal link was om met onze bagage over de markt te lopen. Djie…hebben wij weer. De taxi moest zich door allerlei bochten wringen om ons zo dicht mogelijk bij het hotel af te zetten, ondertussen werden we aangekeken als wild in het nauw en zagen we varkenskoppen en opgehangen kippen langs ons autoraam voorbij komen en dat in het donker. Maar goed, we hebben het weer overleefd en gelukkig kon hij ons op de hoek van het hotel afzetten.
De volgende ochtend huiverden we om door de markt heen te lopen naar het centrum, maar we moesten er helaas doorheen om in het centrum te komen. Wat een beleving. Geen toerist die het kennelijk aandurfde en Rein werd bekeken alsof er een grote god voorbij kwam. Met al die vreemde kruiden en geuren die ons voorbij kwamen liepen we er een beetje stoned doorheen en de laatste dag (we bleven er 3 dagen) waren we gelukkig redelijk aan elkaar gewend. De binnenstad was mooi en rustig, lekker geslenterd en een tourtje genomen naar de Ventanillas de Otuzco; een pre-Inca begraafplaats…..ook weer leeggeroofd door de Spanjaarden. De eigenaar had nog een leuk verhaal over de cuy (cavia) die door de Indianen werd gebruikt als anti kankermiddel. Wrijf een levende cuy over het hele lichaam van iemand met kanker, doodt het dan en kijk naar de ingewanden van het beest. Als deze zwart zijn dan heeft de cuy de kanker uit het lichaam van de zieke genomen en is hij genezen. De cuy schijnt over veel energie te beschikken die dit mogelijk maakt. Hmmm. Op naar het volgende dorp.